SV | En David zeide tot God: Ben ik het niet, die gezegd heb, dat men het volk tellen zou? Ja, ik zelf ben het, die gezondigd en zeer kwalijk gehandeld heb; maar deze schapen, wat hebben die gedaan? O HEERE, mijn God, dat toch Uw hand tegen mij, en tegen het huis mijns vaders zij, maar niet tegen Uw volk ter plage. |
WLC | וַיֹּ֣אמֶר דָּוִ֣יד אֶֽל־הָאֱלֹהִ֡ים הֲלֹא֩ אֲנִ֨י אָמַ֜רְתִּי לִמְנֹ֣ות בָּעָ֗ם וַאֲנִי־ה֤וּא אֲשֶׁר־חָטָ֙אתִי֙ וְהָרֵ֣עַ הֲרֵעֹ֔ותִי וְאֵ֥לֶּה הַצֹּ֖אן מֶ֣ה עָשׂ֑וּ יְהוָ֣ה אֱלֹהַ֗י תְּהִ֨י נָ֤א יָֽדְךָ֙ בִּ֚י וּבְבֵ֣ית אָבִ֔י וּֽבְעַמְּךָ֖ לֹ֥א לְמַגֵּפָֽה׃ ס |
Trans. | wayyō’mer dāwîḏ ’el-hā’ĕlōhîm hălō’ ’ănî ’āmarətî limənwōṯ bā‘ām wa’ănî-hû’ ’ăšer-ḥāṭā’ṯî wəhārē‘a hărē‘wōṯî wə’ēlleh haṣṣō’n meh ‘āśû JHWH ’ĕlōhay təhî nā’ yāḏəḵā bî ûḇəḇêṯ ’āḇî ûḇə‘amməḵā lō’ ləmagēfâ: |
En David zeide tot God: Ben ik het niet, die gezegd heb, dat men het volk tellen zou? Ja, ik zelf ben het, die gezondigd en zeer kwalijk gehandeld heb; maar deze schapen, wat hebben die gedaan? O HEERE, mijn God, dat toch Uw hand tegen mij, en tegen het huis mijns vaders zij, maar niet tegen Uw volk ter plage.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En David zeide tot God: Ben ik het niet, die gezegd heb, dat men het volk tellen zou? Ja, ik zelf ben het, die gezondigd en zeer kwalijk gehandeld heb; maar deze schapen, wat hebben die gedaan? O HEERE, mijn God, dat toch Uw hand tegen mij, en tegen het huis mijns vaders zij, maar niet tegen Uw volk ter plage.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!